h

Transparantiebevordering: SP tipt raadsleden over lokaal sportbeleidsonderzoek

19 februari 2006

Transparantiebevordering: SP tipt raadsleden over lokaal sportbeleidsonderzoek

hoi maaikie en meelezers,
het volgende schreef ik onze 'edele raadsdelen' op vertelhetderaad: "Hooggeachte raadslieden,
Kent u het Rapport "Koers naar een sportieve stad?" Onderzoek van Mulierinstituut s Hertogenbosch in opdracht van sector sportbeleid gemeente Dordrecht. november 2005. Wanneer je met Google zoekt op de titel als woordgroep 'koers naar een sportieve stad' dan vind je het alleen op de site van het onderzoeksbureau. Niet in de bestuurlijke stukken op de Gemeentesite van Dordrecht. Ook nergens anders. Met andere woorden, er wordt niet naar verwezen. Hebben de raadsleden het wel ontvangen? "
U kunt hier het rapport lezen.

groetjens filoslofie
etcetera

ps,
Voor jullie heb ik het document over het sportbeleid even gescand op de termen onderwijs en welzijn en civil society. Hieronder mijn knipselselectie,

ik hoop dat jullie er nog wijze dingen mee doen;
blz 9 In het sportbeleid in Dordrecht is de aandacht sterk gericht op de georganiseerde sport. Hierdoor is er geen sprake van een integraal sportbeleid waarin de aandacht ook uitgaat naar andere vormen van sport (sporten in de openbare ruimte, de commerciële sport) en waarin structureel wordt samengewerkt met andere terreinen zoals het jeugd- en welzijnsbeleid, gezondheidszorg, het onderwijs en ruimtelijke ordening

blz 12 ...Belangrijke externe redenen hiervoor zijn maatschappelijke ontwikkelingen zoals de individualisering van de sportbeoefening, de opkomst van het commerciële aanbod en de verbinding tussen sport enerzijds en thema’s als gezondheid en sociale cohesie anderzijds. Een belangrijke interne reden is het voornemen om op 1 januari 2006 een sportbedrijf in Dordrecht op te richten dat zowel beleidsbepalende als beleidsuitvoerende taken heeft. Indien dit voornemen geen realiteit wordt, is het waarschijnlijk dat de sportbeleidssector samen met Onderwijs en Welzijn onderdeel gaat uitmaken van de sector Maatschappelijk Ontwikkeling. Tegen de achtergrond van deze toekomstige ontwikkelingen is een evaluatie van het sportbeleid gewenst en het ontwikkelen van een toekomstvisie voor het Dordtse sportbeleid noodzakelijk.

blz 32 Het werk van bureau Sportstimulering bevindt zich op het snijvlak van sportbeleid, welzijnsbeleid en Grote stedenbeleid. Samenwerking en afstemming met de Dordtse Welzijns Organisatie (DWO) is dan ook noodzakelijk. ..... Opmerkelijk in dit verband is dat het stedelijk jongerenwerk noch het welzijnswerk in Oud-Krispijn ooit hebben gehoord van de BOS-projecten die overal in Nederland, ook in Dordrecht in twee wijken, worden ontwikkeld, terwijl deze projecten raakvlakken hebben met sport, welzijnswerk en onderwijs. (!)

blz 34 Opgemerkt moet worden dat mede door de indeling van de activiteiten in specifieke doelgroepen er ook binnen bureau Sportstimulering soms langs elkaar heen wordt gewerkt door de verschillende consulenten (bijvoorbeeld wijksportconsulenten en ouderensportconsulenten). Hierdoor wordt onvoldoende gebruik gemaakt van elkaars kennis en ervaring. Deze uitwisseling moet nog op gang komen en zou explicieter kunnen worden gestimuleerd. De BOS-impuls (Buurt-Onderwijs-Sport) brengt in dit kader een nieuwe uitdaging voor Bureau Sportstimulering. Er zijn twee BOS-projecten ingediend en gehonoreerd, die vanaf 2005 gaan lopen. Hierbij moet ook worden samengewerkt met de sector Onderwijs en Welzijn, DWO, GGD en scholen. Dit zal gebeuren onder leiding van een nieuw aangenomen verbindingsofficier, de BOS-wachter.

blz 44 De tweede ontwikkeling is dat sport door de overheid steeds meer wordt gezien als een middel om bepaalde maatschappelijke doelen te bereiken, bijvoorbeeld gezondheid en sociale cohesie/integratie. Gevraagd is of de verenigingen zich bewust inzetten voor dit soort maatschappelijke doelen. De overgrote meerderheid zegt dit niet te doen (83%). Vijf verenigingen zeggen zich bewust in te zetten om middels de sport de gezondheid te bevorderen. Twee verenigingen zetten zich bewust in voor sociale cohesie/integratie en vier verenigingen geven aan bewust andere maatschappelijke doelen na te streven, gericht op bepaalde doelgroepen (twee keer jeugd, twee keer gehandicapten/ouderen).

blz 45 Bureau Sportstimulering richt zich in het bijzonder op scholieren, 50-plussers, mensen met een beperking, allochtonen, jeugd en (probleem)jongeren. Het is moeilijk te zeggen in hoeverre deze doelgroepen daadwerkelijk worden bereikt en welke effecten de activiteiten hebben, omdat evaluatie uitsluitend plaatsvindt op basis van deelnemeraantallen. Om de inspanningen van Bureau Sportstimulering daadwerkelijk te evalueren dienen expliciete doelstellingen te worden geformuleerd. Door het specifieke doelgroepenbeleid wordt momenteel binnen Bureau Sportstimulering onvoldoende kennis en ervaring uitgewisseld tussen de verschillende medewerkers. De BOS-projecten zullen een groter beroep doen op het samenwerkend vermogen, met name ook extern (sector Onderwijs en Welzijn, DWO, GGD, scholen). Bij succes zal deze integrale aanpak in de toekomst breder in Dordrecht ingezet worden. Bureau Sportondersteuning, bestaande uit het Sportservicepunt, kent momenteel een aantal knelpunten. Ten eerste de kleine bezetting (0,5 FTE) waardoor voornamelijk aanbodgericht en reactief (in plaats van pro-actief) kan worden gewerkt, ten tweede de afnemende belangstelling vanuit de sportverenigingen voor de aangeboden deskundigheidsbevordering (cursussen, themaavonden) en ten derde het verlies van opgedane kennis door bestuurswisselingen binnen de verenigingen.

47 Onderwijs en sport Vanuit de gemeentelijke afdeling Onderwijs kon niet inhoudelijk worden gereageerd op de vragen vanuit het Mulier Instituut. Sport is geen onderdeel van de onderwijsvisie (!) van de gemeente Dordrecht..

Kansen

Sportparticipatie

Grote maatschappelijke aandacht voor sport (in relatie tot gezondheid en sociale cohesie)

Sportstimulering

De BOS-projecten (sportstimulering, bevorderen samenwerking Onderwijs en Welzijn en aansluiten bij gemeentelijk sociaal beleid)

Vervolg Antillianenproject richting integratie; aanhaken bij uitvoeringsprogramma Integratie & Interculturalisatie (cultuur, Sociale Zaken en Welzijn)

Grote bereidheid bij DWO om samen te werken

blz 57 • De Dordtse Sportraad vindt zelf dat er te weinig contact is met aanpalende beleidsterreinen zoals het jeugd- en welzijnsbeleid..

De focus ligt bij de georganiseerde sport. Ook met de commerciële sport heeft de Sportraad weinig van doen. Dit is ook lastig omdat het veel moeilijker is om een vertegenwoordiger hiervan te vinden. De Sportraad erkent het belang van meer contacten met andere sectoren en andere typen sportaanbieders.

58 De toenemende beleidsmatige aandacht bij de rijksoverheid6 en de lokale overheid voor de vraag in hoeverre sport kan bijdragen aan het realiseren van maatschappelijke doelen (gezondheid, sociale binding, integratie) is in Dordrecht nog niet gematerialiseerd in beleid. De nota uit 1994 besteedde er zijdelings aandacht aan en ook in de daaropvolgende deelnota’s werd de relatie met andere beleidssectoren c.q. met stedelijke ontwikkelingen niet geproblematiseerd. Op uitvoerend niveau wordt er vanuit de sport (bureau sportstimulering) wel samengewerkt met het welzijnswerk, maar een beleidsmatige verankering tussen sportbeleid en het welzijnsbeleid, jeugdbeleid of Grote Stedenbeleid ontbreekt.

59 Zwak

Sportraad

Huidige positie Sportraad past niet in de vernieuwing van het sportbeleid.

Gevaar voor belangenverstrengeling Sportraad (bv bij vaststelling tarieven en subsidietoekenning aan verenigingen; Sportraad bestaat zelf uit verenigingen)

Sportraad een traag orgaan; beslissingen lopen via vele schijven

Gericht op details, weinig op strategie

Geen vertegenwoordiging anders georganiseerde sport in Sportraad

Weinig feeling met jeugd- en welzijnsbeleid bij Sportraad

Kansen

Sportbeleid in stedelijke context

Vermaatschappelijking van de sport

Meer (landelijke) aandacht voor verknoping sport met aanpalende sectoren (gezondheid/onderwijs/welzijn); meer financiën, ervaring en kennis

62

Er kan een onderscheid worden gemaakt in drie betekenissen die aan sport worden toegekend en die maatschappelijk en politiek breed worden gedragen.

1. De intrinsieke waarde van sport

De intrinsieke waarde van sport verwijst naar de kwaliteiten van de sportactiviteit zelf: plezier in het bewegen, competitie met anderen, ontspanning, ontplooiing, sportieve grenzen verleggen. Het bewaken en versterken van deze intrinsieke waarde ligt bij de sportorganisaties zelf, maar de overheid heeft hierbij een voorwaardenscheppende en ondersteunende taak.

2. Civil society

De civil society staat voor betrokkenheid van de burgers bij de publieke zaak, voor gemeenschapszin en tolerantie en voor zelfbestuur. Deze waarden worden breed gedeeld en de overheid heeft er belang bij dat de civil society goed functioneert. Sport is bij uitstek een voorbeeld van hoe de civil society kan werken. In Nederland staat of valt de sport bij private initiatieven en organisaties die opereren op basis van zelfredzaamheid en vrijwilligheid. De particuliere initiatieven binnen de sport hebben echter wel de steun en soms sturing van de overheid nodig. Daarom moet de (lokale) overheid betrokkenheid tonen bij deze sector wil zij een bijdrage leveren aan de versterking van de civil society.

3. Extrinsieke waarde van sport

De extrinsieke waarde van sport verwijst naar de maatschappelijke betekenis ervan. Sport speelt een rol in sociale binding en zorgt voor ontmoeting en interactie op vrijwillige basis. Daarnaast is duidelijk aangetoond dat sport en bewegen een positief effect hebben op de lichamelijke en psychische gezondheid. Ook kan de sport een middel zijn in de marketingstrategie van een stad. Veel steden profileren zich als sportstad en dit kan bijdragen aan het aantrekkelijk maken van de stad als vestigingsplaats voor bedrijven en personen. Het organiseren van sportevenementen is hier een onderdeel van en kan in sommige gevallen ook economisch voordeel opleveren. Deze extrinsieke waarden van sport vormen een belangrijk argument voor de overheid om de sport te ondersteunen.

63 Expliciteer het brede perspectief van het sportbeleid. De inbedding van sport en bewegen in een bredere context betekent dat sport niet wordt gereduceerd tot bijvoorbeeld alleen verenigingssport maar ook wordt verbonden met andere thema’s zoals het welzijnsbeleid, gezondheidsbeleid, ruimtelijke ordening, leisure voorzieningen, onderwijs. Hierin past het aangaan van samenwerkingsverbanden met een veelheid aan actoren, zoals het welzijnswerk, de GGD, het onderwijs, het commerciële sportaanbod, andere gemeentelijke beleidssectoren en andere gemeenten (Drechtsteden).

65 Sportstimulering

Verhoog de kwaliteit van het uitvoeringsniveau van sportstimulering (bepaal doelstellingen, maak deze meetbaar, evalueer waar kwaliteitsverhoging nodig is) en structureer de samenwerking met het welzijnswerk (DWO). Zorg in dit verband voor continuïteit van de projecten, breng evenwicht aan in de programmering van sportstimulering en vanuit het welzijnswerk, stem activiteiten op elkaar af.

Maak ook op beleidsniveau de samenwerking tussen sportstimulering en DWO structureel via overleg, gezamenlijk programmeren, informeren over beleid enzovoort. Maak keuzes voor bepaalde onderwerpen/doelgroepen.

U bent hier