h

LANDSCHAPS ETHIEK

12 februari 2007

LANDSCHAPS ETHIEK

Schrijver Willem van Toorn, die zich in het verleden al vaker boos heeft gemaakt om de vernietiging van het Nederlandse landschap, maakt zich in zijn afgelopen vrijdag verschenen essay Projekt Nederland bijzonder kwaad op de opeenvolgende kabinetten-Balkenende. Die kabinetten hebben de regie over de inrichting van het Nederlandse landschap geheel uit handen gegeven aan de lagere overheden vindt Van Toorn. Daarmee is volgens Van Toorn het kwaad enkele jaren geleden ingezet, omdat niemand meer het overzicht heeft en het ontbreekt aan een echt debat over wat er met het Nederlandse landschap moet gebeuren.

Hier zou de Nota Ruimte uit 2004 van het ministerie van VROM een uitgangspunt moeten zijn. Maar die is dat allerminst, omdat de nota niet als uitgangspunten voor het ruimtelijk beleid in het volle Nederland de elementen kwaliteit, zorgvuldigheid of soberheid gebruikt, maar de opvatting dat de ruimte optimaal gebruikt moet worden om de internationale concurrentiepositie van Nederland te versterken.De vernietiging van het landschap heeft daarmee volgens Van Toorn ruim baan gekregen en is zich in snel tempo aan het voltrekken. De teloorgang is volgens Van Toorn met name te zien bij de afslagen van de snelwegen. Daar heeft elke gemeente die over een afrit beschikt, zich overgegeven aan projectontwikkelaars, die hen de meest profijtelijke bedrijfsterreinen voorspiegelen.

Niet de vraag naar bedrijfsgebouwen regeert de opdrachten van de met elkaar concurrerende gemeenten, maar het aanbod en de voorspiegelingen van de projectontwikkelaars. Daarna rest in veel gevallen niets meer dan leegstand, een verrommeld terrein of een door kantoren, showrooms en loodsen bedorven landschap.Als voorbeeld van lelijkheid noemt Van Toorn het uitzicht vanaf de A2 op Zaltbommel aan de Waal, waar de karakteristieke toren is verdwenen achter een muur van kantoren en waar het centrum van het stadje alleen via onduidelijke bedrijfsterreinen en kantorencomplexen is te benaderen.

Ook Veenendaal wordt genoemd. Het dorp poogt zich een dynamische en stadse allure aan te meten, maar komt niet verder dan een reeks autoshowrooms langs de A12. Naast de woede over de verrommeling van het landschap, maakt Van Toorn zich ook boos over wat hij de vertrutting van de woonwijken noemt. Nieuw gebouwde huizen die worden uitgerust met geveltjes, hekjes,trappetjes en ornamenten uit een vervlogen tijd.

Met zijn opstelling toont Van Toorn zich een geestverwant van landschapsarchitect Adriaan Geuze, oprichter van landsschaps/architectenburo West8 en een geboren Dordrtenaar. Geuze toont zich ongerust over de landschappelijke ontwikkelingen tussen Rotterdam en Gouda, waar op het laagste punt van Nederland een nieuwe wijk gaat worden gebouwd. Want stelt Geuze: geen sector is in zo'n diepe impasse geraakt als de ruimtelijke ordening.

Zo ziet hij met lede ogen dat het Groene Hart wordt opgegeven; dit unieke landschap van duizend jaar oude veenpolders met zijn 'goddelijke licht' dreigt definitief te bezwijken onder de ambities van wethouders en projectontwikkelaars. Adriaan Geuze voert al jaren een eenmansoorlog tegen het bureaucratisch-planologisch complex waarbij projectontwikkelaars, planologen, architecten, politiek en overheden elkaar met bestemmingsplannen en beroepsprocedures in de greep houden. Volgens Geuze zouden alle seinen direct op rood moeten gaan als overheden zich als projectontwikkelaars gaan presenteren. Door de druk op de ruimte in de Randstad wordt steeds meer polderlandschap in gebruik genomen. Geconsumeerd volgens Geuze.

Het ooit heilig verklaarde groene hart wordt volgebouwd met afzichtelijke bedrijventerreinen, infrastructuur op meters hoge betonnen constructies en eenvormige vinexwijken. Van de pittoreske doorkijkjes is bijna geen sprake meer. Geuze verwijt de babyboomgeneratie dit verval: "De babyboomers richten in het weidelandschap van Nederland evenveel schade aan als de Talibaan aan het culturele erfgoed van Afghanistan." Er wordt volgens Geuze tegenwoordig te onzorgvuldig omgegaan met het landschap dat onze voorouders met zoveel zorg hebben gebouwd en onderhouden: "Nederland kent een traditie van het bouwen aan de natuur, zowel fysiek als mentaal. Dit ging in het verleden altijd gepaard met een groot optimisme, er werd gezorgd voor ruimte in de toekomst, ruimte voor vooruitgang en verandering.

Tegenwoordig wordt er niet meer zo zorgvuldig met het aan de zee onttrokken land omgegaan. In kwetsbaar laagliggend gebied worden grote Vinex-wijken gebouwd. En tegelijkertijd zijn er geen grote landprojecten meer, een vooruitstrevende toekomstvisie over het landschap ontbreekt".

"Iedereen die ik spreek vindt Nederland steeds lelijker worden. Het land verrommelt, we hebben geen vogels meer, geen paddestoelen en dadelijk verzuipen we. Als jij nu in de auto stapt en over de A15 rijdt, dan rijd je langs 120 kilometer geluidswal van de Betuwelijn. Die weg is aangelegd met Marshallhulp eind jaren vijftig, een verhoogde route zodat de automobilist van het rivierenlandschap kon genieten. En nu rijd je langs een 120 kilometer lange betonnen Berlijnse Muur. Heb jij daarom gevraagd? En waar is het loket waar we kunnen klagen?".

!Reden te meer om ook 7 maart SP te stemmen - NU - ZEKER - SP!

Bron: artikel De Volkskrant en VPRO's tegenlicht

U bent hier