h

Stort van Troost moet opnieuw op politieke agenda

14 september 2005

Stort van Troost moet opnieuw op politieke agenda

Tweede-Kamerlid Krista van Velzen zal vandaag een bodemmonster van de Stort van Troost uit Dordrecht aanbieden aan staatssecretaris Van Geel van milieu. Met het overhandigen van het potje sterk geurende opgegraven grond, (dat onder andere olie, calciumhydroxide, katalysatorafval en silicagel bevat), hoopt de SP het sterk vervuilde natuurgebied aan de rand van de Biesbosch weer op de agenda te zetten.

De SP in Tweede Kamer en Provinciale Staten vinden dat het afschuifbeleid van de landelijke overheid vergaande gevolgen heeft voor de bodemsanering in Nederland. De verantwoordelijkheid voor het saneren van vervuilde bodem is bij de provincies en gemeenten terecht gekomen, maar zonder de daarvoor benodigde budgetten. De lagere overheden leggen de bal dus terug bij het Rijk en vragen meer geld. Deze gang van zaken levert een lachende derde op: de vervuiler.
Diverse malen heeft DE SP Statenfractie daar al bij Gedeputeerde Staten aandacht voor gevraagd.

Vanaf 1965 heeft de firma Troost afval gestort in de polder Stededijk aan de rand van nationaal park De Biesbosch. In de jaren zeventig heeft Shell daar naar schatting 200.000 ton afval laten storten, waaronder een zeer groot deel verontreinigd afval wat volgens de vergunning niet was toegestaan. Door het achterblijven van sanering vormt de vervuiling al jaren een ernstige bedreiging voor het drinkwater en worden de kosten van het schoonmaken steeds hoger. Zowel de firma Troost als Shell wijzen alle verantwoordelijkheid van de hand, ondanks diverse acties van milieuorganisaties en de SP-fracties in provinciale staten en de Tweede Kamer.

SP Tweede Kamerlid Krista van Velzen;

“Reconstructie van de politieke gang van zaken gaat elk voorstellingsvermogen te boven. De beantwoording van recente vragen aan de provincie Zuid-Holland en diverse Kamervragen geven een beeld van afschuiven van verantwoordelijkheden en onwil de daadwerkelijke vervuiler aansprakelijk te stellen.”

De feiten op een rijtje: de provincie heeft in 2000 besloten dat de Stort van Troost met ernst en urgentie uiterlijk eind 2004 gesaneerd moet zijn. Voor dit doel werd een budget van 13 miljoen gulden gereserveerd. Eerdergenoemde beleidswijziging van het ministerie van VROM leidde ertoe dat de sanering van de Stort van Troost voortaan onder de verantwoordelijkheid van de gemeente Dordrecht zou vallen. Het dossier werd overgedragen, het geld bleef bij de provincie. Precies een jaar geleden volgden vragen over de trage gang van zaken en het feit dat er nog niet gesaneerd was. Daar kwam een hoopgevend antwoord op: de staatssecretaris zag de noodzaak tot sanering wegens het grote verspreidingsgevaar en de ecologische risico’s ook in en bood de gemeente aan om met hem in gesprek te treden over de financiële mogelijkheden. Een jaar verder is er nog niks gebeurd en was er dus reden tot nieuwe Kamervragen. Nu blijkt dat de gemeente Dordrecht op dit moment de verspreiding, samenstelling en gevolgen van de voormalige stortplaats opnieuw aan het onderzoeken is. En dat na het vaststellen van 3 saneringsvarianten in 2000, nog een onderzoek in 2001 en de controle daarvan door een milieuadviseur in 2002.

Van Velzen; “In deze bureaucratie en met alle adviesbureaus blijft de daadwerkelijke vervuiler, Shell, buiten beeld. Gaf Shell vorig jaar nog aan kennis en mankracht beschikbaar te stellen, dit jaar geeft ze aan niet in het project te participeren. Over het verhalen van kosten horen we de staatssecretaris, de gemeente of de provincie niet. In plaats daarvan probeert de eigenaar van de stortplaats bij de provincie een claim in te dienen. Het is de wereld op zijn kop. Deze onwil is vooral opmerkelijk bij een bedrijf als Shell, voor wie de kosten van sanering niets zijn vergeleken met de kosten van het opkrikken van haar duurzame imago.”

U bent hier