h

WMO in Eerste Kamer

29 april 2006

WMO in Eerste Kamer

28 maart 2006 was er in de vaste commissie van de Eerste Kamer een WMO overleg. Lees hier de bijdrage van SP-senator Tineke Slagter-Roukema

"Hoewel de Tweede kamer uiteindelijk dit wetsvoorstel, na overigens uitgebreide discussie en amendering waarbij inderdaad gesproken kan worden van een «extreme make over» van het oorspronkelijke voorstel, met bijna algemene stemmen heeft aangenomen, nemen de leden van de fractie van de SP de vrijheid om nog een aantal vragen te stellen die naar hun mening nog onvoldoende beantwoord zijn. De vragen betreffen de fundamenten van de wet zoals de afbakening tussen AWBZ en WMO, de compensatieplicht, het totale financiële kader, de eigen bijdragen, de uitwerking van de één loket gedachte, de verschillende prestatievelden en dan met name de invulling van het preventieve jeugdbeleid en de ondersteuning
van mantelzorg en vrijwilligers, de inhoud van de diverse gereedschapskisten en de motiveringsplicht.

De SP heeft in de Tweede Kamer als enige fractie tegen gestemd en dat heeft zij vooral gedaan vanuit de zorg dat door de WMO de positie en situatie van mensen met een beperking er niet op vooruit zal gaan.
Hoewel zij onderschrijft dat gemeenten in staat kunnen zijn om eerder en beter in kaart te brengen wat mensen met een handicap behoeven om desondanks menswaardig zelfstandig te leven met hun beperking en zo aan het maatschappelijke verkeer deel te nemen, meent zij toch dat de WMO daarvoor te weinig financiële, inhoudelijke en kwalitatieve waarborgen biedt.

Met de WMO wordt de huishoudelijke zorg vanuit de AWBZ overgeheveld. In de discussie zijn de leden van de fractie van de SP op verschillende onduidelijkheden gestuit die deze overheveling betreffen. Zowel enkelvoudige als meervoudige huishoudelijke zorg wordt overgeheveld. Er worden echter enige uitzonderingen genoemd. Alom wordt betreurd dat de visie van het kabinet op de toekomst van de AWBZ nog niet duidelijk is.

AWBZ

Met name de aanbieders van zorg hebben erop aan gedrongen eerst alleen de enkelvoudige huishoudelijk zorg over te hevelen. De staatssecretaris en de Tweede Kamer hebben in al hun wijsheid besloten alle huishoudelijk zorg, dus ook de meervoudige huishoudelijk zorg waarbij huishoudelijke zorg samen met andere AWBZ geïndiceerde zorg wordt geboden, over te hevelen. Het veld vreest dat hierdoor zorginstellingen ontwricht kunnen raken omdat de continuïteit van het werk en dus de bestaanszekerheid van het personeel onder druk komen te staan.

  • Hoe groot is de groep die nu alleen enkelvoudige huishoudelijke zorg ontvangt en hoe groot is de groep met meervoudige zorg?
  • De staatssecretaris heeft toegezegd na te zullen gaan of er inderdaad een ontslaggolf dreigt bij Thuiszorginstellingen. Is dat al gebeurd en wat levert dat op?
  • Wat vindt zij van het principe personeel volgt werk en is zij van plan dat te propageren?
  • Klopt het dat de zogenaamde full package zorg waarbij de huishoudelijke zorg onderdeel is van een compleet 24 uurs extramuraal arrangement is uitgezonderd?
  • Over welke arrangementen gaat het dan?

Er zijn situaties denkbaar waarbij een arrangement langzaam wordt afgebouwd, bij voorbeeld omdat de hulpvrager langzaam herstellende is, of juist omgekeerd waarbij de hulpvrager in het geval van bijvoorbeeld een progressieve verlammingsziekte steeds meer hulp behoeft. Wat is de kritische grens waarbij de huishoudelijk zorg op het bordje van de gemeente komt of er juist weer afgaat?

Een andere uitzondering betreft de kortdurende (hoe lang is kort eigenlijk?) huishoudelijke zorg cq de ziekenhuisgerelateerde huishoudelijke verzorging. In de discussie wordt hierover gezegd dat men zich hiervoor apart zou moeten verzekeren, er wordt zelfs van een diagnose behandeling combinatie (DBC) huishoudelijke verzorging gerept. Hoe reëel is deze mogelijkheid en wat als bij voorbeeld een ongehuwde alleenstaande vrouw tijdelijk hulp nodig heeft na een ingrijpende operatie en zij zich niet heeft verzekerd, blijft zij dan noodgedwongen langer opgenomen, of gaat zij naar huis met het risico van complicaties door overbelasting en vervolgens heropname? Huishoudelijke zorg is vaak het eindstuk in de keten van de cure; hoe kan ervoor gezorgd worden dat de doorstroom in de zorgketen adequaat blijft? Wat is de stand van zaken ten aanzien van dit onderwerp, zo vragen deze leden.

Bij de compensatieplicht ten aan zien van beperkingen wordt ook compensatie van de beperkingen die mantelzorgers ondervinden benoemd. Bij indicering voor zowel AWBZ als WMO zorg wordt gesteld dat uitruil van functies mogelijk is. Wordt bij een dergelijke uitruil de huishoudelijke zorg vanuit de AWBZ of vanuit de gemeente bekostigd? Of ook : kan respijtzorg ook huishoudelijke zorg zijn en hoe wordt die dan bekostigd? Kan een gemeente een mantelzorger van een terminale patiënt verplichten zelf de
huishoudelijke zorg op zich te nemen en de persoonlijke verzorging AWBZ geïndiceerd aan de Thuiszorg over te laten, ook als de mantelzorger zelf voor het omgekeerde kiest?

Tot nu toe vervult het zorgkantoor de zorgbemiddeling nadat het CIZ voor alle AWBZ voorzieningen inclusief de huishoudelijke zorg heeft geïndiceerd.

  • Is er overleg met Zorgverzekeraars Nederland (ZN) hoe de ervaring van het zorgkantoor kan worden ingezet bij de overgang naar de WMO of gaat deze ervaring verloren en zal overal opnieuw een wiel worden uitgevonden?
  • Heeft de overgang ook personele consequenties voor de zorgkantoren?
  • Wanneer kan de Kamer een toekomstvisie op de AWBZ verwachten?
  • Klopt het dat er in deze kabinetsperiode in ieder geval geen verdere overheveling
    van AWBZ aanspraken naar de WMO zal plaatsvinden?

Eén gemeentelijk loket voor de WMO

Tijdens de discussie in de Tweede Kamer is sterk aangedrongen op één gemeentelijk loket voor alle maatschappelijke ondersteuningsvragen. De leden van de SP-fractie zijn voorstander van deze één-loket-gedachte, maar vragen zich wel af of het met name in de kleinere gemeenten mogelijk is om in de front office over voldoende deskundigheid te kunnen beschikken om de hulpvraag integraal in kaart te brengen en te organiseren. Er werd regelmatig een vergelijking gemaakt met de huisarts als generalist en gids voor achterliggende voorzieningen. Om de hulpvraag goed te kunnen ontleden en er adequaat op te kunnen reageren heeft de huisarts een lange (universitaire) opleiding gehad.

  • Wat moet het minimale opleidingsniveau van de intaker bij het WMO loket zijn?
  • Hoe worden CIZ-AWBZ en WMO loket indicatie op elkaar afgestemd?
  • Er is geopperd dat gemeenten het CIZ kunnen vragen aan te sluiten bij het loket. Moeten gemeenten het CIZ hiervoor betalen?

In de huidige praktijk wordt vaak tegelijk voor huishoudelijke zorg en persoonlijke verzorging geïndiceerd, na 1 januari 2007 is dit een AWBZ en WMO verstrekking.

  • Hoe worden in deze gevallen de indicaties op elkaar afgestemd en welk indicatiebesluit is leidend, dat van het CIZ of dat van het WMO loket?
  • Anders gesteld: is de AWBZ voorliggend aan de WMO en dient de WMO als aanvulling daarop, of kan ook van het omgekeerde sprake zijn?
  • Als er onduidelijkheid is, kan dat tot geschillen leiden tussen het CIZ/ Zorgkantoor en het WMO loket. Hoe dient men daar mee om te gaan?
  • Zijn gemeenten verplicht een formeel indicatiebesluit op te stellen?
  • Kan het document dat gevolg geeft aan de motiveringsplicht als zodanig worden beschouwd?
  • Is het eigenlijk wel mogelijk voor gemeenten om onafhankelijk en integraal te indiceren voor zijn eigen voorzieningen?
  • Waarom gelden voor WMO indicaties eigenlijk niet de argumenten die in het verleden leidden tot de oprichting van RIO’s en later zelfs het CIZ?

Door de Tweede Kamer en de staatssecretaris is de International Classification of Functions, Disabilities and Impairments (ICF classificatie) aangewezen als een helder afwegingskader, met als doel dat overal in het land dezelfde handicap als even ernstig wordt erkend. Is dit kader een verplicht begrippenkader, zoals het dat is voor AWBZ indicaties, dat moet worden opgenomen in de gemeentelijke verordening?

Financiële aspecten WMO

Bij de gemeenten en ook patiënten-/cliëntenorganisaties en het veld heerst veel zorg over het totaal van financiën dat gemoeid is met de invoering van de WMO. De leden van de SP-fractie zijn in ieder geval het
overzicht wat kwijt.

  • Kan de staatssecretaris inzicht geven in het totale budget, inclusief de
    gelden van de diverse subsidieregelingen en inclusief OGGZ gelden, dat
    wordt overgeheveld?
  • Wat zijn definitief de eenmalige en wat de structurele
    gelden?
  • Wat zijn de invoerings- en uitvoeringskosten?
  • Welke gelden zijn bedoeld voor cliënt, mantelzorg en vrijwilligers ondersteuning?

Ook menen gemeenten nog recht te hebben op AWBZ gelden ter waarde van 250 miljoen euro die met de extramuralisatie van de AWBZ niet zijn overgegaan naar de gemeenten. De leden van de SP-fractie zijn benieuwd naar een totaalplaatje. Een goed financieel fundament is noodzaak voor een succesvolle invoering.

Volgens de gegevens van deze leden is voor 2006 en 2007 2x10 miljoen euro bestemd voor versterking van cliëntparticipatie, waarvan de helft met name naar ondersteuning van GGZ cliënten moet gaan. Moeten gemeenten dit verdelen of is er een andere verdeelsleutel?Als men ziet wat de cliënten daar allemaal voor moeten doen, lijkt dit bedrag ten ene male ontoereikend. Graag vernemen de leden van de SP-fractie de reactie van de staatssecretaris hierop.

  • Bestaat er al een concreet beeld hoe de gemeenten er voor staan?
  • Hoe is de verdeling van voor- en nadeelgemeenten ten opzichte van het gemiddelde?
  • Heeft er nog een verdere evaluatie plaatsgevonden waar de verschillen door worden veroorzaakt?

Om de vroegere RIO’s aan te wijzen als degenen die door verschillend te indiceren (ruimer of krapper) de
kosten positief of negatief hebben beïnvloed, lijkt de leden van deze fractie wat te kort door de bocht.

Om de toereikendheid van het budget te monitoren stelt de staatssecretaris een onafhankelijke derde in, genoemd is het SCP met het CBS, deze kan bindend adviseren om het budget bij te stellen. Is al definitief vastgesteld wie deze functie gaat vervullen en heeft hij zijn opdracht al binnen en hoe luidt die? In welk jaar kan voor het eerst het budget bijgesteld worden?

Door de aanname van diverse amendementen, waaronder de compensatieplicht, zijn de kosten en het financiële risico van gemeenten toegenomen, onder andere de G 27 hebben hierop gewezen, is de staatssecretaris dat eens met de gemeenten? Heeft de compensatieplicht van de WMO een open einde regeling gemaakt? Hoe moet een gemeente handelen als in oktober het WMO budget al op is?

Eigen bijdrageregeling

Er is ook veel gediscussieerd over de eigen bijdrage regeling. Gemeenten kunnen ervoor kiezen een eigen bijdrage voor WMO voorzieningen te vragen. Het anticumulatiebeding dat al gold voor de WVG is ook van toepassing op de WMO. Voor de zomer zal de staatssecretaris een AMvB over de eigen bijdrage regeling het licht doen zien. Bij complexe zorg wordt ook een eigen bijdrage voor AWBZ zorg betaalt.

  • Welke bijdrage gaat voor?
  • Worden gemeenten mogelijk gecompenseerd als zij niet de eigen bijdrage voor een WMO verstrekking kunnen innen omdat het maximum van de eigen bijdrage voor de AWBZ al is bereikt?
  • Hoe gaat dat als de WMO zorg er eerder was en er vervolgens AWBZ zorg bijkomt?
  • Waarom zijn gemeenten vrij in het kiezen van wel of niet eigen bijdrage en de hoogte ervan?
  • Ontstaan hierdoor duurdere en goedkopere gemeenten voor WMO vragers?
  • Vanaf welke leeftijd kan een eigen bijdrage geheven worden?
  • Moet de gemeentelijke eigen bijdrage ook altijd inkomensafhankelijk zijn?
  • Geldt de eigen bijdrage voor alle prestatievelden van de WMO?

Bij de WVG gold dat er voor rolstoelen geen eigen bijdrage gevraagd mocht worden en door de Eerste Kamer is de eigen bijdrage op € 45 gesteld voor de WVG.

  • Komt hier verandering in?
  • Denkt de staatssecretaris dat het mogelijk is dat chronisch zieken door de
    eigen bijdrage voor AWBZ zorg, de no-claimregeling en straks mogelijk ook WMO eigen bijdrage in zulke financiële problemen komen dat ze vervolgens een beroep doen op de bijzondere bijstand?

Versterking positie cliënt

Een belangrijk punt bij de invoering van de WMO is de positie van de cliënt. Cliëntraden worden versterkt, de burger krijgt inspraak bij het gemeentelijke beleidsplan, er komen tevredenheidonderzoeken en er zijn
uitgebreide beroepsmogelijkheden. De staatssecretaris heeft toegezegd dat alle aanbieders van WMO ondersteuning onder de WKCZ en de WMKZ zullen gaan vallen. Ook bijvoorbeeld commerciële schoonmaakbedrijven die huishoudelijke zorg aanbieden. Zijn hier wetswijzigingen voor nodig en lukt dat voor 1 januari 2007?
Kan de IGZ deze uitbreiding van zijn taak aan, zo vragen de leden van de
SP-fractie.

Graag zouden deze leden nog eens op een rij zien wat voor beroeps/ bezwaar mogelijkheden de cliënt heeft als zijn aanvraag afgewezen wordt, of niet naar tevredenheid wordt ingevuld.

Preventief Jeugdbeleid in de WMO

Preventief jeugdbeleid met zijn vijf functies is één van de prestatievelden van de WMO geworden.

Wij vinden het een gemiste kans dat de verschillende functies niet duidelijk zijn verankerd in de wet. De formulering is hierdoor vrijblijvend geworden en garanties dat gemeenten dit daadkrachtig gaan oppakken zijn er niet, terwijl het toch van groot belang is dat de druk op de door de provincie geregisseerde jeugdzorg niet toeneemt. Deze staatssecretaris is er toch ook van op de hoogte hoe moeizaam het gaat met de jeugdzorg.

  • Op welke manier gaat zij gemeenten stimuleren om juist ook werk te maken van dit prestatieveld?
  • Zijn gemeenten vrij in de keuze de vijf functies al of niet uit te voeren?
  • Is jeugdzorg een recht als het om het aanbod van de provincies gaat en een gunst als de gemeente het regelt in de vorm van een compensatieplicht voor beperkingen die de jeugdige en/of zijn ouders ondervindt?
  • Hoe verhoudt het één zich met het andere?
  • Hoeveel gereedschapskisten/sporttassen zijn er in voorbereiding en is de inhoud al bekend?

Diversen

Tot slot willen we graag nog wat lossen vragen stellen.
De VNG heeft gevraagd om een novelle waarmee het onmogelijk wordt voor collectief vraagafhankelijk vervoer een PGB te vragen.

  • Hoe staat de staatssecretaris tegenover dit verzoek?
  • Hoe vorderen de implementatieplannen van de gemeenten, is er al meer dan 25 % klaar voor?
  • Wat is de status van een AWBZ indicatiebesluit dat is afgegeven voor 3 jaar?
  • Klopt het dat de keuzevrijheid van de cliënt niet zover gaat dat na 1 januari huishoudelijke zorg door dezelfde hulpverlener kan worden gecontinueerd?
  • Ook als de cliënt dat zelf wel graag zou willen?

Keuzevrijheid zal dus een farce zijn, gemeenten zullen cliënten hulp opdringen. PGB is lang niet altijd de oplossing, dat is lang niet voor iedereen te bolwerken, zo menen de leden van de SP fractie."

U bent hier