h

Bezorgdheid over gifgrond Gouderak

7 mei 2006

Bezorgdheid over gifgrond Gouderak

DORDRECHT/GOUDERAK - ECO-Dordt heeft burgemeester en wethouders in Dordrecht gevraagd of het klopt dat de grond van de voormalige gifwijk de Zellingwijk in Gouderak afgevoerd wordt naar Dordrecht.
Dit vanwege het bericht dat er 250.000 ton ernstig vervuilde grond naar de Derde Merwedehaven gaat. Volgens ECO wordt in Gouderak van alles gedaan om de bewoners te informeren over de afvoer van de gifgrond, terwijl er in Dordrecht niemand iets van afweet. ( AD / Het Groene Hart meldde het wel, AD / De Dordtenaar niet...(red.) )

ECO-Dordt wil weten of dergelijke stoffen wel gestort mogen worden in Dordrecht en wat er gedaan wordt om alles veilig en zonder overlast te laten verlopen.

Al jaren maakt de SP, waaronder vooral de fractie Zuidholland zich sterk voor sluiting van de vuilstort Derde Merwedehaven.

De SP die al jaren politieke strijd voert voor sanering - lees afgraving/verwijdering - van de Stort van Troost, laat weten dat de verplaatsing van de vuilstort uit Gouderak naar Dordrecht de wereld op zijn kop is. In plaats dat Dordrecht afgeholpen wordt van 200.000 ton giftig bedrijfsafval van ondermeer de Shell, krijgen we er een nog grotere hoeveelheid drab bij.

In Gouderak is men blij met de voorgenomen "sanering". Maar sanering is iets anders dan verplaatsing.

Op 2 januari 2001 al nam de Dordtse gemeenteraad besluiten over de voorwaarden waaronder exploitatie van de Derde Merwedehaven zou dienen plaats te vinden:

Op grond van artikel van de koopovereenkomst tussen PROAV N.V. en de gemeente Dordrecht
moet PROAV N.V. toestemming van de gemeente Dordrecht verkrijgen indien een derde rechten
verkrijgt op de grond van de derde Merwedehaven. De exploitatie van de derde Merwedehaven is
een dergelijk recht.

Wij hebben ten aanzien van de verkoop van de exploitatie van de Derde Merwedehaven aan de
provincie Zuid-Holland voorwaarden gesteld. Deze luiden als volgt:

  1. Het eigendom van de Derde Merwedehaven moet in overheidshanden blijven.
  2. Het verwijderen van de positieve lijst van alle anderszins verwerkbare afvalstoffen met
    uitzondering van de brandbare fractie bouw en sloop-afval en vergelijkbaar brandbaar afval
    waaruit de biologische fractie is verwijderd.
  3. Het niet meer opnemen in de vergunning van een calamiteiten regeling.
  4. In de vergunning de contra-expertise zo te wijzigen dat een partij potentieel gevaarlijk afval pas
    mag worden gestort, als uit de resultaten van contra-expertise is gebleken dat de partij geen
    gevaarlijk afval bevat (Dit conform het besluit van 25 mei 1999 inzake de poederverf-affaire).

U bent hier