h

ARMOEDE IN 2004

12 februari 2007

ARMOEDE IN 2004

Het CBS spreekt van armoede wanneer een huishouden een jaarlijks inkomen heeft met een lagere koopkracht dan 9250 euro. In de meeste gevallen gaat het om mensen met alleen bijstand of AOW.
(…........) In 2004 had vijftien procent van de huishoudens in de vier grote steden een laag inkomen. Landelijk was dat negen procent. Behalve onder alleenstaanden van 45 tot 64 jaar doet armoede in de vier grote steden zich relatief veel voor onder eenoudergezinnen en paren met minderjarige kinderen. Dat blijkt uit maandag gepubliceerde cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. (bron: weblog Jan Marijnissen)

In Dordrecht lijkt dit te gaan om 15000 huishoudens met een minimum inkomen. Op 52000 huishoudens in Dordrecht nadert dat dus de 1 op 3 huishoudens.Diverse winkeliers uit de Dordtse wijk Crabbehof leveren zes dagen per week overgebleven voedsel in bij wijkcentrum De Nieuwe Stoof. Brood, vlees en zuivel voor buurtbewoners die kampen met armoede.

Het project draait nu een jaar en het loopt volgens Aliek van den Berg van de Dortse Welzijns Organisatie (DWO) storm. Meer dan dertig gezinnen uit Crabbehof staan ’s ochtends in de rij voor gratis levensmiddelen. ,,Als je geen geld hebt, kun je niets kopen ook,’’ zegt Tilly Arends die voor haar volwassen dochter en twee kleinkinderen een boodschappentas komt oppikken. „Mijn dochter heeft een zaak gehad en die is weg. Ze kreeg ook geen uitkering en bleef achter met schulden. Sinds kort heeft ze weer een baantje, maar voor een minimumloon.’’

Armoede bestaat wel, zegt Bianca (31 jaar). „Met een uitkering kun je niet rondkomen. Als je daarbij ook nog schulden hebt, zijn de lasten veel te hoog.’’ Voor Bianca en haar 4-jarige dochter blijft er na aftrek van alle kosten 200 euro per maand over in de huishoudportemonnee. Met wat creativiteit probeert ze het leven toch wat kleur te geven. „Ik doe veel zelf,’’ vertelt ze. „Thuis heb ik groente- en fruitplantjes in plaats van kamerplanten. Voor het kweken van paprika, pepertjes en tomaatjes.’’

De hippe jas die ze draagt, heeft ze voor 5 euro gekocht bij een tweedehandskraam in het wijkcentrum. „De spijkerbroek die ik aan heb, was van mijn zus.’’ Pyjamaatjes maakt ze van oude dekbedovertrekken, of ze gebruikt een lapje stof om iets in elkaar te ‘flansen’. „Je hebt geen keuze. In een maand tijd gingen mijn stofzuiger, koelkast en de wasmachine kapot. Nouja, dan ga je tòch naar zo’n postorderbedrijf en dan bestel je op krediet. Als je een keer kleding nodig hebt, is dat ook makkelijker. Voor de kleine krijg ik kleding van mijn nicht.’’

Door de afbetalingen bij Wehkamp stijgen wel weer de maandelijkse lasten. Om de energierekening dan maar te laten slinken, doet Bianca ’s avonds geen lampen aan. Inmiddels slikt ze antidepressiva vanwege de geldzorgen en andere stress. De kans op een betere toekomst is klein, vertelt ze. „Ik ben afgekeurd en kan niet werken’’. „Ik heb lang moeten nadenken voordat ik hier in de Nieuwe Stoof durfde aan te kloppen voor een voedselpakketje,’’ vertelt ze. ,,Je schaamt je kapot. Armoede is een rotgevoel. Je hoort niet zó te zitten.’’

Aliek van den Berg van de DWO signaleert dat door de voedselvoorziening het taboe op armoede in Crabbehof is doorbroken. „Er kwamen gesprekken op gang over geldproblemen. Dat heeft te maken met vertrouwen in elkaar.’’

Vrijwilliger Henk van der Net helpt bij het uitdelen van de gratis levensmiddelen. Hij zegt dat het project hem veel voldoening geeft. „Ik weet hoe het voelt om niets te hebben. Erg rot.’’

U bent hier